Wat is de betekenis van kritiekloos?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kritiekloos

kritiekloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder kritiek Hij was een kritiekloos volger van zijn politieke partij Woordherkomst afgeleid van kritiek met het achtervoegsel -loos Synoniemen blindelings, klakkeloos, goedgelovig, slaafs

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kritiekloos

bn. en bw., zonder kritiek, domweg: iets — aanvaarden, overnemen.