Wat is de betekenis van kriekelaar?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

kriekelaar

kersenboom. kersenboom. Voorbeelden: Centraal stond het idee van een tuinpad, dat is afgeboord met kriekelaars en dat voor de woning doorloopt tot aan de veldweg achteraan. De Standaard, 1996

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kriekelaar

kriekelaar - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) een wilde kersenboom In onze tuis staat een oude kriekelaar. 2. (heraldiek) een gestyleerde boom die [1] voorstelt

2024-04-29
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

kriekelaar

kersenboom (informeel) In totaal werden 73 bomen geplant. Vooral appelaars, perelaars, kerselaars en pruimelaars maar ook een kriekelaar, een mispel en een kweepeer werden geplant. (Het Laatste Nieuws) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 1 Vlaamsheid: 3

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kriekelaar

m. (-s), (Zuidn.) krieke-, kerseboom.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kriekelaar

('kri:kəla:r) m. (-s) kriekeboom.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kriekelaar

m. (-s), (gew.) kerseboom.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kriekelaar

Kriekelaar m. (-s), (plantk.) (wilde) kriekeboom.