Wat is de betekenis van krankzinnige?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

krankzinnige

krankzinnige - Bijvoeglijk naamwoord 1. verbogen vorm van de stellende trap van krankzinnig

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

krankzinnige

krankzinnige - zelfstandig naamwoord uitspraak: krank-zin-ni-ge 1. (verouderd) iemand die een geestelijke ziekte heeft ♢ vroeger werden krankzinnigen in een gesticht ondergebracht Zelfstandig naamwoord: krank-zin-ni-ge ...

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Krankzinnige

m. en v. (-en), die krankzinnig is: de wet tot regeling van het staatstoezicht op krankzinnigen.

2024-04-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Krankzinnige

(Ned. Recht) De krankzinnige heeft, evenals de minderjarige, behoefte aan vertegenwoordiging en bescherming. In de wet vindt men zelden den k. zelf, doch veelal de curateele genoemd als reden van onbekwaamheid tot de handelingen of bevoegdheid tot betrekkingen. Doordat de wet veronderstelt, dat iedere k. onder curateele staat, is de rechtstoestand...

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

krankzinnige

m. en v. (-n) krankzinnige persoon.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

krankzinnige

v./m. (-n), iemand die krankzinnig is.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Krankzinnige

Krankzinnige m. en v. (-n), die krankzinnig is.