Wat is de betekenis van koukleum?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Koukleum

m. en v. (-en, -s), spotnaam voor een kouwelijk mens.

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

koukleum

koukleum - Zelfstandignaamwoord 1. (persoon) iemand die het snel koud heeft Voor een koukleum met hoogtevrees is Klein Zwitserland in Driebergen het beste alternatief voor het grote Zwitserland. Wij schrijven 6° Celsius op 12 meter boven NAP. Spijtig genoeg is de keuken van hetzelfde (lage) niveau....

2025-07-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Koukleum

s., kâldklom(mer), -klûm(er).

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

koukleum

m. en v. -en, -s; kouwelijk kind, kouwelijk mens.

2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

koukleum

v./m. (-en), een kouwelijk mens.

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Koukleum

Koukleum m. en v. (-en, -s), een kouwelijk mensch.

2025-07-17
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)