Wat is de betekenis van kortswijlen?

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kortswijlen

(kortswijlde, heeft gekortswijld), boerten, schertsen, grappen maken.

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kortswijlen

kortswijlen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kortswijl

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kortswijlen

kortswijlde, heeft gekortswijld; schertsen, grappen maken.

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kortswijlen

('korts) (kortswijlde, heeft gekortswijld) boerten, schertsen, grappen maken.

2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kortswijlen

(kortswijlde, heeft gekortswijld), boerten, schertsen, grappen maken.

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kortswijlen

KORTSWIJLEN, (kortswijlde heeft gekortswijld), boerten, schertsen, grappen maken.

Gerelateerde zoekopdrachten