Wat is de betekenis van koolwitje?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Koolwitje

o. (-s), geelwitte vlinder met zwarte vlekken wiens rups zich o.a. met kool voedt (Pieris brassicae).

2025-07-16
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

koolwitje

witte vlinder. vlinder met witte vleugels waarop kleine patronen van zwarte stippen of strepen zichtbaar zijn, die in de zomer voorkomt in een groot verspreidingsgebied over de hele wereld en die zijn eieren vooral legt op bladeren van diverse koolsoorten. In de wetenschap wordt er een onderscheid gemaakt tussen het groot koolwitje (Pieri...

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

koolwitje

koolwitje - Zelfstandignaamwoord 1. (vlinders) Pieris geel-witte vlinder met zwarte vlekken, waarvan de rups zich o.a. met kool (boerenkool en spruitkool) voedt Woordherkomst samenstelling van kool en witje Verwante begrippen groot koolwitje, klein koolwitje

2025-07-16
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Koolwitje

De rupsen van het grote en kleine koolwitje eten de bladeren van alle koolsoorten tot op de nerven kaal en zijn daardoor zeer schadelijk. Aan onbeweeglijke rupsen, die vóór de verpopping sterven, vindt men vaak de cocons van sluipwespen, die door niet ter zake kundigen voor rupseëieren gehouden en vernietigd worden....

2025-07-16
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

koolwitje

(het, -s), een soort dagvlinder (Ascia monuste). De rupsen van Ascia monuste (‘koolwitjes’) vreten aan krop kool, amsoi en paksoi (Enc.Sur. 645). - Etym.: AN k. = pen dagvlinder o.m. in Ned. (Pieris brassidpe) waarvan de rupsen eveneens kool eten.

2025-07-16
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Koolwitje

Dagvlinders, Pieris brassicae L. en P. rapae L.. De rupsen richten door hun vreterij schade aan in het knolgewas.

2025-07-16
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Koolwitje

(Pieris brassicae), vlinder met geelachtig witte vleugels, voorvleugels met zwarte hoek; 's zomers en in de herfst op alle soorten kool, radijs, rapen, mosterd, waar ze grote schade aanrichten.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

koolwitje

o. -s; dagvlinder, die op allerlei kool eitjes legt; Lat. pieris brassicae.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Koolwitje

dagvlinder, waarvan de blauwgeelgroene rups vooral op koolsoorten leeft en groote schade aanricht.