kontra
...
I.M. Calisch (1864)
Kontra, zie CONTRA. *-MARSCH, m. (-en), (toonk.) tegenmarsch; marschen en -en. *-MINEUR, m. (-s), die op daling (van fondsen enz.) spekuleert; (fig.) tegenwerker. *-RIE, bn. en bijw. integendeel, daarentegen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: