Wat is de betekenis van Konijnenhok?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

konijnenhok

(1974) (Amsterdam) bijnaam van het gebouw van de Nederlandse Middenstandsbank. • Waar de Goudkust is, weet u natuurlijk. Met Jeruzalem zult u ook, geen moeite hebben. En als het gemeentebestuur een nieuwe wijk straatnamen geeft ontleend aan de fruitcultuur dan wordt dat natuurlijk het Tuttifruttidorp. En een architect, die even afwijkt van het...

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

konijnenhok

konijnenhok - Zelfstandignaamwoord 1. verblijfplaats voor een of meer konijnen „Het was kerstochtend, 1961. Ik weet het nog zo goed: mijn konijnenhok was leeg.” Youp van ’t Hek schreef ‘Flappie’ 25 jaar geleden, en het simpele verhaal heeft nog altijd een iconische status. Misschien vanwege die typis...

2024-04-27
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Konijnenhok

je - staat open schertsend gezegd wanneer iemands gulp open staat. Ook wel je konijnen lopen weg. Syn. je vogeltje vliegt weg; je marekerk staat open; ben je aan het mennen? De derde jongen, Bertus, kwam terug van het toilet. Zijn broeksriem hing los en zijn gulp stond nog wagenwijd open. ‘Je konijnenhok staat open!’, zei het mannetje, die alles w...

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Konijnenhok

s.n., k(e)ninehok (it).

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Konijnenhok

o. (-ken), hok om tamme konijnen in te houden.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

konijnenhok

o. -hokken (hok voor tamme konijnen).

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)