Wat is de betekenis van Kommerlijk?

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kommerlijk

adj. & adv., kommerlik, heukerich, bihyplik; — leven, goarje, heukerje.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kommerlijk

bn. bw. (-er, -st), 1. armelijk, behoeftig, gebrekkig: in kommerlijke omstandigheden achterblijven; een kommerlijk bestaan; kommerlijk zijn leven voortslepen; 2. bekommerd, vol zorg.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kommerlijk

bn. (zorgelijk, armoedig, ellendig); een weduwe in kommerlijke omstandigheden achterlaten; een kommerlijk leven leiden.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kommerlijk

('kommsrlək) bn. en bw. (-er, -st) vol kommer, zorglijk : een bestaan; een weduwe en kinderen in -e omstandigheden achterlaten.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kommerlijk

bn. en bw. (er, st), 1. armelijk, be hoeftig, gebrekkig: in kommerlijke omstandigheden achterblijven; een — bestaan; 2. bekommerd, vol zorg.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kommerlijk

KOMMERLIJK, bn. bw. (-er, -st), zorglijk, arm, ellendig: in kommerlijke omstandigheden achterblijven; een kommerlijk bestaan; een kommerlijk leven leiden; ...LOOS, bn. bw. vrij van kommer, onbezorgd een kommerloos leven leiden.

Gerelateerde zoekopdrachten