Wat is de betekenis van Kommandeur?

2024-04-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

kommandeur

bevelhebber.

2024-04-27
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Kommandeur

commandeur; commandant (v. bataljon en hoger).

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kommandeur

(komman'deur) m. (-en, -s) 1. Eert. lid van een geestelijke ridderorde, die aan het hoofd van een vestiging stond of de inkomsten van zekere landerijen genoot. 2. rang in een ridderorde onder die van grootkruis en boven die van officier : van de Nederlandse Leeuw.

2024-04-27
Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Kommandeur

Zie GOUVERNEURS. Dezen titel droeg eertijds ook de bevelhebber der troepen in Suriname, die tevens als eerste Raad zitting had in het Hof van Politie.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kommandeur

KOMMANDEUR, m. (-s). Zie COMMANDEUR.

2024-04-27
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Kommandeur

z.n.m. - Kapitein van den breeden wimpel, ook Standerkapitein, volgt in rang op den Schout-by-nacht en voert een stander in top.