Wat is de betekenis van kolonisator?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kolonisator

m. (-en, -s), stichter van een kolonie of koloniën ; koloniserende mogendheid.

2025-07-17
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

kolonisator

iemand die kolonies sticht. iemand die een kolonie of een aantal kolonies sticht. Voorbeelden: De kolonisatoren die Zuid-Amerika in de zestiende eeuw in hun bezit namen, hebben langs de kusten van de Atlantische Oceaan ongeveer een miljoen vierkante kilometer bos opgestookt of in plankjes gezaagd. De Standaard, 1996 De protes...

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kolonisator

kolonisator - Zelfstandignaamwoord 1. mogendheid of iemand die koloniseert Woordherkomst Naamwoord van handeling van koloniseren met het achtervoegsel -ator

2025-07-17
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Kolonisator

stichter van koloniën; koloniserende mogendheid

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kolonisator

m. -s (Lat. volkplanter; iem., die, of een volk, dat een kolonie sticht).

2025-07-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-17
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)