Wat is de betekenis van kolom?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kolom

kolom - Zelfstandignaamwoord 1. (bouwkunde) een vrijstaand steunpunt van hout, steen, beton of metaal, vergelijk zuil De kolommen stonden vlak voor de gevel van het gebouw. 2. (typografie) elk van de naast elkaar staande vakken van een in de lengte verdeelde bladzijde ...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kolom

kolom - zelfstandig naamwoord uitspraak: ko-lom 1. rijen waarin de bladzijden van een krant verticaal verdeeld zijn ♢ lees verder op bladzijde 3, kolom 5 2. reeks getallen of woorden onder elkaar ...

2024-04-26
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

kolom

Het noteren van de resultaten op de achtereenvolgende spellen gebeurt in ‘kolommen’. Het meest eenvoudige scorebriefje bevat een ‘wij-kolom’ (voor de scores behaald door het paar dat noteert) en een ‘zij-kolom’. Zie ook: robberbridge

2024-04-26
Brekend Nieuws Woordenboek

Rik Schutz (2007)

kolom

Ontleend aan Engels column = column, cursiefje In zijn volgende (wekelijkse) kolom roept Sauer op om Nikitin te steunen door het sturen van een kaartje aan Nikitins vrouw. (1996) In een vorige kolom schreef je hoe belangrijk je familiebanden vindt. Dit soort gedrag maakt hele families kapot. En jij durft er zo luchtig over te praten...

2024-04-26
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Kolom

De kolom in de krant wijst op weetgierigheid of op het feit dat men in de waaktoestand alles zwart op wit wil hebben; dat men alleen diegene gelooft, die bewijzen voor bepaalde aangelegenheden kan leveren. (Zie ook ‘Krant’).

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Kolom

[Lat. columna, van columen = hoogte, top, spits, zuil; van stam col- of cel-, vgl. excelleren, en collis = heuvel] zuil; verticale rij cijfers of letters; verticale helft van bladzijde.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Kolom

verticaal tekstdeel; zuil

2024-04-26
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

kolom

1. pilaar of zuil die een deel van de constructie van een gebouw draagt. 2. elk der naast elkaar staande vakken van een verticaal verdeelde bladzijde.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Journalistiek begrippenlijst

Henk Vreekamp (1989)

Kolom

de vaste lengte en breedte voor de in twee of meer ‘zuilen’, verticale vlakken ingedeelde en gezette tekst op een pagina. De kolom dient als maat voor de breedte van een kop, blok of illustratie.