Wat is de betekenis van kokerjuffers?

kokerjuffers - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kokerjuffer

of schietmotten, aan de vlinders verwante, viervleugelige insekten met een volledige gedaanteverwisseling (metamorfose). Ongeveer 2000 soorten zijn over de gehele aarde verspreid. Zij houden zich in de nabijheid van zoet water op. De larven leven meestal in het water. Zij bouwen uit plantedelen of slakkehuisjes een kokervormig huisje, dat zij bij h...

(orde Trichoptera) Lijken op motten. Antennen lang en draadvormig. Monddelen kort (likkend, zuigend of gereduceerd). Geen opgerolde roltong, zoals de vlinders. Vleugels behaard, in rust dakvormig over het lichaam gevouwen. Vrijwel nooit met schubben bedekt. Onopvallend gekleurd: bruin, geelachtig of grijs. 8-50 mm. Meestal 's nachts actief. Ta...

larven van de Schietmotten* (Trichoptera). Deze larven hebben zich een kokervormig huisje gemaakt van allerlei kleine voorwerpen bijv. zandkorrels; 6 poten, aan het achterlijf uitsteeksels waarmee het huisje vastgehouden wordt.

→ Schietmotten.

Kokerjuffers - zie SCHIETMOTTEN.

v./m. (mv.), →schietmotten.

watermotten, lentevliegen, Phryganidae, de eenige familie der pelsvleugeligen, Trichoptera, een onderorde van de orde der net- of peesvleugelige insecten. De K. hebben een kleinen kop met lange, borstelige voelers; de monddeelen der volkomen insecten blijven, daar de K. wanneer haar ontwikkeling voltooid is geen voedsel meer tot zich nemen, in rudi...