Wat is de betekenis van kokend?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kokend

kokend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vankoken

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kokend

kokend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ko-kend 1. wat aan de kook is ♢ u doet de spaghetti in kokend water 2. heel erg heet ♢ pas op, de soep is kokend! Bijvoeglijk naamwoord:...

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kokend

bn., 1. aan de kook zijnde: kokend water; 2. tot kokens toe verhit, zeer heet: pas op, brand je niet, ze {de soep b.v.) is kokend.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kokend

bn., 1. aan de kookzijnde: — water; 2. tot kokens toe verhit, zeer heet: de soep is .

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kokend

KOKEND, bn. bw. aan de kook zijnde, tot kokens toe verhit: kokend water.