Wat is de betekenis van kofschip?

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kofschip

kofschip - zelfstandig naamwoord uitspraak: kof-schip 1. ezelsbruggetje dat aangeeft welke werkwoorden een T krijgen in de verleden tijd ♢ als de laatste letter vóór de uitgang van een werkwoord in 'T KOFSCHIP staat, krijg je een T in de verleden tijd ...

2024-04-29
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

KOFSCHIP

In het Fr. ook kofje. Rondhouten schip met platte bodem, verwant aan de tjalk, maar grotere inhoud (300 t), afwijkende tuigage, sterkere zeeg, hoog en smal roer. De Fr. kustvaarder van 18de en 19de eeuw, vooral voor de Oostzeevaart. Bemanning zelden meer dan drie. Tot ver in het binnenland (Joure, Gorredijk, Grouw) zijn nog na 1850 K.en gebouwd.Zi...

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kofschip

s.n., kof(fe), kofskip (it), koftsjalk.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kofschip

o. (schepen), kof.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kofschip

o. -schepen (kof); vero.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kofschip

('kof) o. (...schepen) kof: ,,’t kofschip” is een mnemotechnisch woord om de stemloze medeklinkers t, k, f, s, ch, p te onthouden, die wanneer ze aan het einde van de stam van een zwak werkwoord voorkomen, „te” in de verleden tijd achter zich krijgen.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kofschip

o. (schepen), →kof.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kofschip

KOFSCHIP, o. (...schepen). Zie KOF.