Koekoeksjong
o. (-en), jong van een koekoek; (fig.) iem. die, iets dat ten koste van anderen groeit.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-en), jong van een koekoek; (fig.) iem. die, iets dat ten koste van anderen groeit.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
koekoekskuiken. jong van een koekoek; koekoekskuiken. Voorbeelden: Op deze manier legt een koekoek 7 tot 20 eieren in verschillende nesten, maar wel vaak van dezelfde zangvogels. Wat heel bijzonder is, is dat het koekoeksjong altijd een dag eerder uitkomt dan de andere jongen. Eenmaal geboren is het bovendien geen leuk broertje of zu...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw) (euf. of sch.) bastaard. Kijk ook onder koekoek*. • In mijn nest geen koekoeksjong, zoals bij Bonheur! Al sterf je eraan - mijn bed zal schoon blijven! (Olaf J. De Landell: De kroon van de porselein-boom. Deel 2. 1975) • Koekoeksjong: bastaardkind. (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984) • 'Ik een Quist? Wat een onver...
Marc de Coster (2004)
Bastaard. Zie opmerkingen onder koekoek hiervoor. ‘Ik een Quist? Wat een onvergeeflijke belediging. Ik ben een bastaard,’ zei hij plechtig, ‘een koekoeksjong dat is wat ik ben. Harry Mulisch: De ontdekking van de hemel. 1992
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: