Wat is de betekenis van koekoeksjong?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Koekoeksjong

o. (-en), jong van een koekoek; (fig.) iem. die, iets dat ten koste van anderen groeit.

2025-07-17
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

koekoeksjong

koekoekskuiken. jong van een koekoek; koekoekskuiken. Voorbeelden: Op deze manier legt een koekoek 7 tot 20 eieren in verschillende nesten, maar wel vaak van dezelfde zangvogels. Wat heel bijzonder is, is dat het koekoeksjong altijd een dag eerder uitkomt dan de andere jongen. Eenmaal geboren is het bovendien geen leuk broertje of zu...

2025-07-17
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

koekoeksjong

(19e eeuw) (euf. of sch.) bastaard. Kijk ook onder koekoek*. • In mijn nest geen koekoeksjong, zoals bij Bonheur! Al sterf je eraan - mijn bed zal schoon blijven! (Olaf J. De Landell: De kroon van de porselein-boom. Deel 2. 1975) • Koekoeksjong: bastaardkind. (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984) • 'Ik een Quist? Wat een onver...

2025-07-17
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

koekoeksjong

Bastaard. Zie opmerkingen onder koekoek hiervoor. ‘Ik een Quist? Wat een onvergeeflijke belediging. Ik ben een bastaard,’ zei hij plechtig, ‘een koekoeksjong dat is wat ik ben. Harry Mulisch: De ontdekking van de hemel. 1992

2025-07-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-17
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)