kodde
(1972) (Oostende, inf.) mannelijk geslachtsdeel. • Kodde: penis; aanm.: uitdr.: je kodde verzétn: paren, geslachtelijke omgang hebben. (Roland Desnerck: Oostends woordenboek. 1972)
Marc De Coster (2020-2025)
(1972) (Oostende, inf.) mannelijk geslachtsdeel. • Kodde: penis; aanm.: uitdr.: je kodde verzétn: paren, geslachtelijke omgang hebben. (Roland Desnerck: Oostends woordenboek. 1972)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
kodde - Zelfstandignaamwoord 1. (verouderd) iets grappigs 2. (plantkunde) Typha moeras- of oeverplant, lisdodde 3. knuppel
Fokko Bos (1914)
kodde - v., knots; „koddebeier”: jachtopzichter, vroeger met een knots gewapend; „kodde” beteekent ook „grap”, vandaar: koddig, grappig.
J.H. van Dale (1898)
Het begrip kodde heeft 3 verschillende betekenissen: 1. kodde - v. (-n), (w. g.) aardig, snakerij. 2. kodde - v. (-n), (gew.) knots. 3. kodde - v. (-n), (gew.) (Zuidn.) staart, inz. van honden, koeien en zwijnen; zijn kodde intrekken, den staart laten hangen (van vrees enz.), (fig.) beschaamd, beteuterd staan — aars, achterste; — in...
I.M. Calisch (1864)
Kodde, *-RIJ, v. (-en), aardigheid, snaakschheid. *-BEIJER, (B. ...IER), m. (-s), (oudt.) veldwachter. *...DIG, bn. en bijw. (-er, -st), snaaksch, aardig, komisch; op eene snaaksche wijze; zonderling. -HEID, v. (...heden), grap, aardigheid, zonderlingheid.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: