Wat is de betekenis van kodde?

2025-07-17
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

kodde

(1972) (Oostende, inf.) mannelijk geslachtsdeel. • Kodde: penis; aanm.: uitdr.: je kodde verzétn: paren, geslachtelijke omgang hebben. (Roland Desnerck: Oostends woordenboek. 1972)

2025-07-17
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Kodde

Zeeuwse naam (Walcheren). Eenstammige verkorting van God-bert, zie Gobert.

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kodde

kodde - Zelfstandignaamwoord 1. (verouderd) iets grappigs 2. (plantkunde) Typha moeras- of oeverplant, lisdodde 3. knuppel

2025-07-17
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Kodde

m Ze. naam (Walcheren). Eenstammige verkorting van God-bert, zie Gobert.

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kodde

v. -n (knuppel; Z.-N. staart).

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kodde

(‘koddə) v. (-n) knuppel.

2025-07-17
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

kodde

kodde - v., knots; „koddebeier”: jachtopzichter, vroeger met een knots gewapend; „kodde” beteekent ook „grap”, vandaar: koddig, grappig.

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kodde

Het begrip kodde heeft 3 verschillende betekenissen: 1. kodde - v. (-n), (w. g.) aardig, snakerij. 2. kodde - v. (-n), (gew.) knots. 3. kodde - v. (-n), (gew.) (Zuidn.) staart, inz. van honden, koeien en zwijnen; zijn kodde intrekken, den staart laten hangen (van vrees enz.), (fig.) beschaamd, beteuterd staan — aars, achterste; — in...

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Kodde

Kodde, *-RIJ, v. (-en), aardigheid, snaakschheid. *-BEIJER, (B. ...IER), m. (-s), (oudt.) veldwachter. *...DIG, bn. en bijw. (-er, -st), snaaksch, aardig, komisch; op eene snaaksche wijze; zonderling. -HEID, v. (...heden), grap, aardigheid, zonderlingheid.