Knutterig
bn. bw. (-er -st), 1. aardig, lief, gezellig : dat hoedje staat je knutterig; — knus: zij zaten samen heel knutterig over de oude tijd te praten; 2. pruttelig.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er -st), 1. aardig, lief, gezellig : dat hoedje staat je knutterig; — knus: zij zaten samen heel knutterig over de oude tijd te praten; 2. pruttelig.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
bn. bw. (-er, -st), aardig, lief, gezellig: dat hoedje staat je knutterig; zij zaten samen heel knutterig over den ouden tijd te praten; — (gew.) pruttelig. KNUTTERIGHEID, v.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: