Wat is de betekenis van Knopkruid?

o., een vooral in aardappelvelden voorkomende samengesteldbloemige plant waarvan de straalbloemen wit en de schijfbloemen geel zijn (Galinsoga parviflora).

(Calinsoga). Plantengeslacht, behorend tot de composietenfamilie, waarvan in Zeeland twee soorten voorkomen. Beide soorten komen oorspronkelijk uit Zuid- en Midden-Amerika en zijn in ons land ingevoerd. Zij komen thans in Nederland algemeen voor als akkeronkruid. Oorspronkelijk was het klein knopkruid (Galinsoga parviflora) het meest...

(Fr.: buormans kwea). Plant. In Frl. later en langzamer opgekomen dan elders in Nederland. Voor het eerst gevonden in 1908, pas in de laatste tijd een algemeen en plaatselijk zelfs zeer lastig onkruid op zandgronden. Van het elders ook reeds algemene behaarde K. zijn in Frl. pas enkele vindplaatsen bekend.

Galinsoga parviflora CAV. is een hardnekkig onkruid, speciaal op lichte gronden in tuinen en aardappelakkers. Het zaad is winterhard. De bladeren zijn tegenoverstaand en geelgroen. Ze heeft kleine, gele bloemhoofdjes en witte straalbloemen.

s.n., buormanskwea (it).

(Galinsoga of Galinsogaea parviflora), plantensoort van de fam. der samengesteldbloemigen, komt als eenjarige plant in de warme streken van Amerika voor, maar wordt ook in Ned. verwilderd aangetroffen, vooral op aardappelvelden. De plant is ong. 40 cm hoog en heeft kleine hoofdjes met weinige witte straalbloempjes. Bouman.

o., →Galinsoga.