Wat is de betekenis van knopendraaier?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

knopendraaier

(19e eeuw, vero.) (sold.) flikflooier. • Een duitsche baron, die voorgaf officier geweest te zijn ...; eigenlijk een knoopendraaijer, dien Poland instinktmatig niet kon uitstaan. (W.A. Van Rees: Toontje Poland. Voorafgegaan door eenige Indische typen. 2 dln. 1867, geciteerd in WNT) • ‘Knoopendraaier!’ klonk het hem toe uit ee...

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

knopendraaier

knopendraaier - Zelfstandignaamwoord 1. (verouderd) flikflooier Woordherkomst samenstelling van knoop en draaier met het invoegsel -en-

2024-04-27
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Knopendraaier

scheldwoord voor een flikflooier. Knopendraaierij = flikflooierij, vleierij.

2024-04-27
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

knopendraaier

(soldatentaal, verouderd) flikflooier. Knopendraaierij is dan: flikflooierij, vleierij. Een duitsche baron, die voorgaf officier geweest te zijn; eigenlijk een knoopendraaijer, dien Poland instinktmatig niet kon uitstaan. (W.A. van Rees: Toontje Poland. Voorafgegaan door eenige Indische typen. 2 delen, 1867, geciteerd in WNT)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Knopendraaier

m. (-s), 1. iem. die knopen draait; 2. (fig.) bedrieger, flikflooier.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

knopendraaier

m. -s (iem., die knopen draait; fig. vleier; bedrieger).

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

knopendraaier

m. (-s) 1. Eig. hij die knopen draait. 2. Metf. mooiprater, bedrieger.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

knopendraaier

m. (s), 1. iemand die knopen draait; 2. (fig.) bedrieger, flikflooier.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)