knoopsgat
(1672, volgens Coopman) (Barg. en sold.) steek in het lijf (met bajonet of mes); steekwonde. Het WNT citeert W. van der Hoeven (Arlequin, tovenaar en barbier. 1730): “Reekel, ik zel je zulk een knoopgat booren, Daar je de ziel door spugen zult”. • Steek in het lyf: Bloedcoraal, een gons, knaauw, knoopsgat. (Nicolas Racot de Grandva...