knipsel
knipsel - Zelfstandignaamwoord 1. het product of resultaat van knippen. ♢ De man had een groot archief van krantenknipsels. Woordherkomst Naamwoord van handeling van knippen met het achtervoegsel -sel
Wat is de betekenis van knipsel?
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
knipsel
knipsel - zelfstandig naamwoord uitspraak: knip'sel 1. afval van het knippen ♢ wil jij dat knipsel even opruimen voor je vertrekt? 2. uit papier geknipt figuur ♢ met een klein schaartje maakt zij de me...
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie
dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)
knipsel
uit een krant of tijdschrift geknipt artikel, plaatje enz. over een bepaald onderwerp. - kranteknipsel.
Art & Architecture Thesaurus
Getty Research Institute (1990)
knipsel
knipsel - Illustraties, pagina's, artikelen of kolommen tekst die uit boeken, kranten, dagbladen of andere gedrukte bronnen afkomstig zijn.
Groot woordenboek der Nederlandse taal
Van Dale Uitgevers (1950)
Knipsel
o. (-s), 1. afval van geknipt papier, stoffen, blik enz.; 2. uit papier geknipte figuur ; 3. uitgeknipt bericht; (mv.) rubriek in een krant of tijdschrift met kleine ontleende berichten, gezegden enz.
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal
M. J. Koenen's (1937)
knipsel
o. -s (met de schaar geknipt figuurtje; afval bij het knippen; uitgeknipt krantenartikel): mislukte knipsels; verzameling knipsels.
Gerelateerde zoekopdrachten