Wat is de betekenis van knechtje?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

knechtje

knechtje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord knecht

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Knechtje

o. (-s), 1. kleine knecht; (Ind.) helpster van de kokkie; — (zegsw.) ik ben je knechtje niet, je hebt mij niets te commanderen ; 2. (veroud., gew.) mannelijk kind, jongen, in tegenst. met meisje: wanneer een vrouw een knechtje gebaard zal hebben (Levit. 12 : 2).

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

knechtje

o. -s (Z.-N. inz. West-Vl. jongen): knechtjes en meisjes.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

knechtje

o. (s), kleine knecht; (zegsw.) ik ben je — niet, je hebt mij niets te commanderen.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Knechtje

...KE, ...KEN, o. (-s), kleine huisbediende; (Ind.) helpster van de kokkie; — (veroud. gew.) jongen, van kleine kinderen, in tegenst. met meisje: (bijb.) wanneer eene vrouw een knechtje gebaard zal hebben.