Wat is de betekenis van knar (1)?

2025-07-28
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

knar (1)

(meestal in combinatie met ouwe) (taaie) oude kerel; vaak ook voor een gierigaard of onbeschaafd persoon. Volgens de etymologische woordenboeken een nevenvorm van knor (knoest, knobbel). Eigenlijk: een oude knoestige boom of boomstronk en vandaar overgedragen op een mens: een afgeleefd mens. Sedert ca. 1856. Een synoniem is ouwe sok. Sinds oktober...