Wat is de betekenis van klus, kluts?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

klus, kluts

(voor 1937) (missch. < klutsen) (Rotterdam, Leiden, Den Haag) platte, brede kin met vooruitstekende onderkaak. In Den Haag betekent 'klus' een grote neus. Bij de luchtvaart kennen ze het gezegde: 'Ik viel op mijn klus en brak amper m'n gewei' : gezegd van een piloot na het vallen van een vliegtuig (bron: De Vliegende Hollander, 25/05/1970). Ook...