Wat is de betekenis van kloterig?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

kloterig

1) (1971) (plat) dwaas; onnozel; onhandig. • Van de pacifisten en de kabouters. Je ziet 't direct: lang haar, bleke harses, zo'n kloterig baardje. (Vrij Nederland, 18/12/1971) 2) (19e eeuw) (plat) beroerd; miserabel; naar; vervelend; zeurderig. • „Doe niet kloterig", zei de Rooie. „Het begint pas". ... (Piet...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kloterig

kloterig - Bijvoeglijk naamwoord 1. (pejoratief) heel vervelend Het was een kloterige avond, het regende, de band van zijn fiets was lek en ik was nog ziek ook. Woordherkomst afleiding van klote met het achtervoegsel -erig Synoniemen beroerd, miserabel, ellendig

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)