Wat is de betekenis van klotenbibber, klotenbijter, klotenklapper?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

klotenbibber, klotenbijter, klotenklapper

(1968) (scheldw.) zeurkous; onaangenaam persoon; ongemanierde vent. Bij de marine in de betekenis van: grote domoor. Mogelijk van oorsprong een soldaten- of marinescheldwoord. De vrouwelijke variant is de 'kutteklapper'. • Als je zo'n gereformeerde kloteklapper op zondag naar de weg vraagt keert-ie je z'n hol toe, want de Heer wil niet dat-ie...