Wat is de betekenis van klojangen, klojannen?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

klojangen, klojannen

(1993) (inf.) sukkelen; prutsen; klooien. Vgl. kloothannessen*. • Toen ik bij de Earring kwam, hadden we die single Sound of the screaming day, met zo’n loopje op de dwarsfluit. Het was de bedoeling dat ik die riedel voor mijn rekening zou nemen bij optredens. Een week lang heb ik er op zitten klojangen en toen kon ik het. (Het Parool, 2...

Gerelateerde zoekopdrachten