Wat is de betekenis van klierkoorts?

klierkoorts - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) ziekte waarbij de lymfeklieren ontstoken zijn door besmetting met een bepaald herpesvirus, het epstein-barrvirus Woordherkomst samenstelling van klier(zelfstandig naamwoord) en koorts(zelfstandig naamwoord) Synoniemen pfeiffer ziekte van Pfeiffer

pfeiffer Maar iedere methode faalde, van voorgewende stupiditeit tot maandenlang aanslepende klierkoorts: in welke schemerige poel ik ook sprong, altijd kwam ik weer in het anti-Narnia van mijn puberteit terecht. (Benno Barnard, De brakke Hond, jrg. 8) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 6 Vlaamsheid: 7

Zie (ook) ziekte van Pfeiffer

(Pfeiffer): koortsige, met zwellingen van de voorste en achterste halslymfeknopen gepaard gaande infectieziekte, komt speciaal bij kinderen voor. Behandeling: thee- of sap vasten. Korte koude, vaak te vernieuwen halswikkels, lenden- en korte wikkels, wassingen.Biochemie: Ferrum phosphoricum D6, Kalium phosphoricum D6, Silicea Dl 2.

ziekte van Pfeiffer, genoemd naar de Duitse arts Emil Pfeiffer (1846-1921); mononucleosis infectiosa, een soms moeilijk herkenbare acute infectieziekte, waarbij een vluchtige uitslag, een angina met zeer sterke zwelling van de lymfeklieren in de hals en gezwollen milt voorkomen. De diagnose is alleen zeker te stellen op het bloedbeeld, waarin een b...

v., ziekte die gepaard gaat met koorts en zwelling van de klieren in de hals.

zie Koorts.

zie Febris glandularis.

v./m., mononucleosis infectiosa, ziekte die gepaard gaat met koorts en zwelling van de lymfknopen over het gehele lichaam.