Wat is de betekenis van kleinzerigheid?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kleinzerigheid

v., 1. overgevoeligheid, angst zelfs voor de geringste pijn; 2. (fig.) kittelorigheid.

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kleinzerigheid

kleinzerigheid - Zelfstandignaamwoord 1. een heel lage pijndrempel hebben en snel en veel klagen over een ongemak Trump is onberekenbaar, ongeïnformeerd, staatsrechtelijk blanco, bestuurlijk onervaren en chaotisch. Hij accepteert geen kritiek, van media noch van de rechtspraak. Tegenstanders definieert hij...

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kleinzerigheid

v. (...heden) 1. Eig. het kleinzerig zijn. 2. Metn. iets kleinzerigs.