Wat is de betekenis van kleinstedeling?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kleinstedeling

m. (-en), bewoner van een kleine stad.

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kleinstedeling

(klein'ste:dəling) m. (-en) bewoner van een kleine stad.

Gerelateerde zoekopdrachten