Kleingoed
o., 1. gebak bestaande uit verschillende kleine koekjes 2. collect. ben. voor kleine exemplaren van enige soort van zaken, b.v. kleine diamanten, klein aardewerk, kleine visjes; — (fig.) de kinderen: het kleingoed moet vroeg naar bed.
Van Dale Uitgevers (1950)
o., 1. gebak bestaande uit verschillende kleine koekjes 2. collect. ben. voor kleine exemplaren van enige soort van zaken, b.v. kleine diamanten, klein aardewerk, kleine visjes; — (fig.) de kinderen: het kleingoed moet vroeg naar bed.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
('klein) o. 1. kleine koekjes of taartjes : breng wat mee. 2. kinderen: moet het niet naar bed ?.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o., 1. gebak dat bestaat uit verschillende kleine koekjes; 2. coll. ben. voor kleine exemplaren van allerlei zaken, b.v. kleine diamanten, klein aardewerk, kleine visjes; (fig.) de kinderen: het — moet vroeg naar bed.
J.H. van Dale (1898)
KLEINGOED, o. kleine koekjes; — (fig.) het kleingoed moet vroeg naar bed, de kinderen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: