kleinen
kleinen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kleine
J. van Donselaar (1936)
(kleinde, heeft gekleind), plassen. Kolabatra, die slanke meid, was gaan kleinen (Cairo 1979b: 95). - Etym.: Vrmdl. voortgekomen uit kleine (2).
J.H. van Dale (1898)
KLEINEN, (kleinde, heeft en is gekleind), (w. g.), geringer maken, verkleinen; kleiner worden. KLEINING, v. (w. g.) verkleining.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: