Wat is de betekenis van klapperaap?

(19e eeuw) (racistisch scheldw.) Indo-Europese jongen. Eigenlijk: een aap die kan afgericht worden om kokosnoten uit de palmen te plukken. • De aap kan niet meer inheems worden genoemd, hoewel het dier al eeuwen als huisdier wordt gehouden. Het mens-gelijke uiterlijk gaf aanleiding tot enkele aanduidingen: baardaap ‘scheldnaam voor ieman...

klapperaap - Zelfstandignaamwoord 1. (dierkunde) lampongaap 2. (scheldwoord) (verouderd) Woordherkomst samenstelling van klapper en aap

(verouderd, racistisch) Indo-Europese jongen. Eigenlijk: een aap die kan afgericht worden om kokosnoten uit de palmen te plukken. Zie ook aap.Klapperaap: scheldwoord (afgeleid van het Maleise monjet kelapa, aap die klappers plukt). (Richard Cress, Petjoh. Woorden en wetenswaardigheden uit het Indische verleden, 1998)

Lampongaap of Laponderaap (Macacus nemestrinus), apensoort uit de familie der Meerkatten. (Achter-Indië, Sumatra, Borneo, Banka). Op Sumatra wordt de K. afgericht om kokosnoten te plukken.

m. (-apen), (ook: laponder), Macaca nemestrina, apesoort behorend tot de →makaken.