Wat is de betekenis van klaploop?

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

klaploop

klaploop - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klaplopen ♢ Ik klaploop 2. gebiedende wijs van klaplopen klaploop! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klaplopen klaploop je?...

2025-07-16
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

klaploop

klapgeloop, op die onkoste van ander teer, parasiteer.