Wat is de betekenis van Klapbank?

2024-04-30
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

klapbank

(17e eeuw) (vnl. Zeeland) bank aan de haven of op het dorpsplein waar oudere mensen samenzitten om allerlei nieuwtjes, sterke verhalen of roddels uit te wisselen. Klappen heeft hier de betekenis van kletsen. Syn.: leugenbank*. • 't Is een praatvaêr.Dit is genomen van de oude mannekens, die op de klapbank zitten, en in hunne gewigtige t'z...

2024-04-30
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

KLAPBANK

De dorpsbank, meestal rondom een boom op het dorpsplein; ontmoetingspunt van de bejaarde mannen, maar op Zuid-Beveland ook van de → jonge jongens.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Klapbank

v. (-en), 1. (gew.) bank waarop men komt keuvelen, over het nieuws van de dag zit te klappen ; 2. bank waarvan de zitting opgeklapt kan worden b.v. in een tram, in de schouwburg enz.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

klapbank

(’klab) v. (-en) bank waarvan de zitting op en neer kan klappen, slaan.

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

klapbank

v./m. (-en), bank waarvan de zitting opgeklapt kan worden, b.v. in de schouwburg, op balkons van tram of trein enz.

2024-04-30
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Klapbank

KLAPBANK, v (-en), (gew ) eene bank, waarop het volk zich zet, om over het nieuws van den dag te klappen of te spreken.

Gerelateerde zoekopdrachten