Wat is de betekenis van klaaglijk?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

klaaglijk

klaaglijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. van een persoon dat deze (te) veel klaagt Het concert begon met de nummers Burn The Witch en Daydreaming van het nieuwe album, zonder strijkers maar in een compacte rockbezetting met extra drummer. Thom Yorke, met zijn haar in gebruikelijke knot, zong klaaglijk ma...

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

klaaglijk

klaaglijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: klaag-lijk 1. alsof je pijn of verdriet hebt ♢ ze vertelde op klaaglijke toon wat er gebeurd was Bijvoeglijk naamwoord: klaag-lijk ... is klaaglijker dan ... ...

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Klaaglijk

adv., kleijerich, earmoedich.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Klaaglijk

bn. bw. (-er, -st), 1. als (van) iem. die klaagt, klagend: met klaaglijke stem; klaaglijk roepen; 2. (veroud., gew.) beklaaglijk.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

klaaglijk

bn., bw. (klagend; beklagenswaard): op een klaaglijke toon; klaaglijk spreken.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

klaaglijk

bn. en bw. (-er, -st) klagend, lamenterend : een -e toon; spreken.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

klaaglijk

bn. en bw. (-er, -st), als (van) iemand die klaagt, klagend: met klaaglijke stem; — roepen.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)