kistjes
kistjes - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kist
Wiktionary (2019)
kistjes - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kist
Marc De Coster (2017)
Kistjes - populaire term voor soldatenschoenen. Voor syn. in andere talen zie bordeelsluipers. Vgl. vioolkisten, trappers . En met die magere harige roodverbrande Hollandse mannenbenen in die zware kistjes waadden ze door het bremzoute water. . . - Jan Walkers, De walgvogel (1974)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: