kissebissen
(18e eeuw) (inf.) twisten; vitten. Een eeuw vroeger betekende het nog: zich druk maken om niets, beuzelen, de tijd zoek maken. Vgl. dimdammen*; hakketeren*; hassebassen*; pikkeneuren*. • Zo dat ik maar zeggen wil, dat ik alle daag aan uw huis kom, om met u eens alleen te spreken: maar ik heb zo veel te horen, te kyken en te gapen, en zo myn sp...