Wat is de betekenis van kijfachtig?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kijfachtig

kijfachtig - Bijvoeglijk naamwoord 1. geneigd tot ruziemaken De kijfachtige vrouw maakte altijd veel ruzie. Woordherkomst afgeleid van kijf met het achtervoegsel -achtig

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kijfachtig

adj., kibb(er)ich, tsierderich, kreauwerich; -e vrouw, teapert, teapertsein, kefbek, bekstik (it), helheak.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kijfachtig

bn. bw. (-er, -st), geneigd tot kijven, twistziek.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kijfachtig

bn. en bw. (-er, -st) geneigd tot kijven : -e wijven.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kijfachtig

KIJFACHTIG, bn. bw. (-er, -st). geneigd om te kijven, twistziek. KIJFAOHTIGHEID.