Wat is de betekenis van kiften?

2024-04-27
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

kiften

ruziemaken. ruziemaken; ruziën. Voorbeelden: Mevrouw Verrijs ging in de keuken een broodje shoarma klaarmaken, terwijl haar man zich voor een dutje op de bank nestelde. Dat deed hij altijd na een ruzie - niets is zo slopend als kiften. NRC, 1995

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

kiften

(1915) (inf.) plagen; ruzie maken. Kijk ook onder kift*. • Het is niet verstandig, zelfs „daas" te „rijden" (kwaad worden), al doet het „kiften" (plagen), „voeren” en „kankeren” (treiteren, sarren) iemand „de dampen aan", en al zou men in verzoeking komen den schuldige „een daai op zijn wan...

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kiften

kiften - Werkwoord 1. (inerg) ruzie maken Als er onderling werd gekift, deed hij liefst alsof hij niks hoorde. Woordherkomst afgeleid van kijven Synoniemen kijven, krakelen, ruziën Verwante begrippen gekijf, gekrakeel, geruzie

2024-04-27
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Kiften

ruzie maken; Nederlandse volkstaal; zie kif(t).

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kiften

(kifte, heeft gekift), ruzie maken, krakelen.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kiften

('kiftən) (kiftte, heeft gekift) kift, ruzie maken.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kiften

(kiftte, heeft gekift), ruzie maken.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)