Kiezelgoer
[v. Du. Kieselguhr = lett.: grintbezinksel] bep. poreuze zandsteen (gebruikt om glyceroltrinitraat te doen opzuigen (= dynamiet) om explosiegevaar te verminderen).
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[v. Du. Kieselguhr = lett.: grintbezinksel] bep. poreuze zandsteen (gebruikt om glyceroltrinitraat te doen opzuigen (= dynamiet) om explosiegevaar te verminderen).
drs. L.A. Beeloo (1981)
lichtgrijs poeder uit schelpen van kiezelwieren met een groot opzuigingsvermogen; zie dynamiet. 1 cm3 kiezelgoer bestaat uit meer dan 1 miljard kiezelpantsertjes. Het geleidend vermogen voor warmte en geluid is klein, daarom wordt kiezelgoer gebruikt als isoleermiddel voor warmtegeleidende buizen en voor het vervaardigen van geluiddichte wan...
Veerman (1954)
is een andere naam voor diatomeeënaarde. K. bestaat uit de kiezelskeletten van kiezelalgen.
Van Dale Uitgevers (1950)
o., bergmeel, infusoriënaarde, een krijt- of kleiachtige massa die hoofdzakelijk uit de kiezelhoudende pantsers van diatomeeën bestaat.
J. Kramer (1908)
bergmeel, infusoriën-aarde, krijt- of klei-achtige massa, in hoofdzaak bestaande uit de kiezelhoudende pantsers van microscop. Diatomeeën, heeft in de techniek allerlei toepassing gevonden.
J.H. van Dale (1898)
KIEZELGOER, o. bergmeel, infusoriënaarde, eene krijt- of kleiachtige massa, hoofdzakelijk de kiezelhoudende pantsers van diatomeeën bevattende.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: