Wat is de betekenis van kieskauw?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kieskauw

kieskauw - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kieskauwen ♢ Ik kieskauw 2. gebiedende wijs van kieskauwen kieskauw! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kieskauwen kieskauw j...

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kieskauw

m. en v. (-en), 1. iem. die zonder graagte, met lange tanden eet; 2. iem. wie het eten niet naar de zin is, die er altijd wat op aan te merken heeft.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kieskauw

m. en v. -en (iem., die met lange tanden eet; iem., die op het eten te vitten heeft, het eten beter, lekkerder, anders wil hebben).

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kieskauw

(‘ki:s) m. en v. (-en) persoon die kieskauwt.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kieskauw

KIESKAUW, m. en v. (-en), die langzaam en zonder graagte, met lange tanden eet.