Wat is de betekenis van kiesheid?

2024-04-27
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

kiesheid

discretie. Voorbeelden: Hij had die slotregel, vertelde hij, om redenen van kiesheid veranderd, maar 't moest en zou blijven rijmen. Gerrit Komrij, Averechts, 1980 Ik dacht er namelijk ernstig over om Regina [...] tot de echtelijke staat te verleiden [...]; we hadden het onderwerp altijd angstvallig vermeden, uit overdrev...

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kiesheid

v., het kies-zijn ; 1. keurigheid; 2. gevoeligheid voor het betamelijke en passende; omzichtigheid van uitdrukking; 3. welvoeglijkheid; 4. ingetogenheid.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kiesheid

v. (1 keurigheid; kieskeurigheid; 2 fijne gevoeligheid op het gebied van smaak en kunst; 3 angstvallig, fijne, bescheiden, anderen ontziende gevoeligheid in aangelegenheden van zedelijkheid; betamelijkheid en welvoeglijkheid; fijne, omzichtige tact): 1. de kiesheid v. mijn gehemelte; 2. de kiesheid v. d. schrijver; 3. met kiesheid een zaak behand...

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kiesheid

('ki:sheit) v. (...heden) 1. Eig. het kies zijn. 2. Metn. iets kies.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kiesheid

v., 1. het kies-zijn; 2. gevoeligheid voor het betamelijke en passende; omzichtigheid van uitdrukking; 3. welvoeglijkheid; 4. ingetogenheid.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)