Wat is de betekenis van keycard?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

keycard

kaart die als sleutel dient. kaart, meestal met een ingebouwde chip, een barcode of een magnetische strip, die toegang verleent tot een beveiligde of afgesloten plaats, bijvoorbeeld een hotelkamer of een parkeergarage, of als sleutel dient voor voorwerpen als kluizen of koffers of voor vervoermiddelen; kaart die als sleutel dient. Voorbe...

2024-04-26
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

keycard

(zelfstandig naamwoord) [alg.] sleutelkaart - De deur van je hotelkamer open je met een sleutelkaart.

2024-04-26
Neologismen

Instituut voor de Nederlandse Taal (2020)

keycard

kaart, meestal met een ingebouwde chip, een barcode of een magnetische strip, die toegang verleent tot een beveiligde of afgesloten plaats, bijvoorbeeld een hotelkamer of een parkeergarage, of als sleutel dient voor voorwerpen als kluizen of koffers of voor vervoermiddelen; kaart die als sleutel dient De toegangsdeuren van het gebouw worden uitgevo...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

keycard

keycard - Zelfstandignaamwoord 1. een plastic kaart ter grote van een creditcard die werkt als een sleutel Een Groningse agent is geschorst nadat bij een inbraak zijn dienstwapen was gestolen. Dat heeft een woordvoerder van de politie maandag gemeld. De inbraak vond plaats in het huis van een collega, waar...

2024-04-26
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

keycard

(Eng.; sleutelkaart) Elk der vier azen en, indien van toepassing, de heer van de overeengekomen troefkleur. Zie ook: Roman keycard Blackwood

2024-04-26
Klein hotelvademecum

Peter Joh .M. Zuidweg (2017)

Keycard

Kamerkaart die ter identificatie aan de gast wordt uitgereikt voor het verkrijgen van de kamersleutel en/of voor het op rekening gebruiken van maaltijden en consumpties.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)