Wat is de betekenis van kersttijd?

periode rond Kerstmis. periode rond Kerstmis, en, als kalenderperiode specifieker: de tijd tussen kerstavond 24 december en Driekoningen op 6 januari. Voorbeelden: Ik vond inderdaad de platenwinkel, waar het erg druk was, wist toch een verkoopster aan te klampen en vroeg haar of ze mij geen plaat met barokmuziek kon aanbevelen, die w...

kersttijd - Zelfstandignaamwoord 1. de tijd rond kerstmis ♢ De supermarkt heeft meer vernieuwingsdrift dan de simpele consument. Vooral in de kersttijd dringt dat gevoel zich op, maar het gaat het hele jaar door. Iedere week weer staan er ongeveer tien nieuwe of vernieuwde producten in de supermarkt. G...

(de), Kerstmis. Een dame was voor 't eerst op reis geweest en wel naar Duitsland. Ze wilde de kersttijd daar meemaken (van der Jagt 46).

m. tijd, dagen waarin Kerstmis valt; de tijd van Kerstmis tot 2 Februari (O.L.V. Lichtmis) of tot Driekoningen.

m. (tijd van Kerstmis; week, waarin de Kerstdagen vallen; het octaaf van Kerstmis in kerkelijke zin).

m. 1. Algm. tijd van Kerstmis. 2. Kat. tijd van Kerstmis tot Driekoningen of tot O.-L.-V. Lichtmis (2 febr.).

KERSTTIJD, m. Kerstmis, de week waarin dit feest valt (R.-K.); de tijd van Kerstmis tot 2 Februari (O. L. V. Lichtmis); (ook) de tijd van Kerstmis tot Driekoningen; ...VACANTIE, v. (...tiën, -s); ...VERLOF, o, ...WEEK, v. (...weken), tusschen Kerstmis en Nieuwjaar; ...WEER, o. winterweer zooals doorgaans omstreeks Kerstmis; ...ZANG, m. (-e...