Kerstdag
m. (-en), 1. de 25ste December, waarop de Christenen de gedachtenis vieren van Christus’ geboorte ; 2. een der dagen van het Kerstfeest: eerste, tweede Kerstdag; in sommige streken viert men ook een derde Kerstdag.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-en), 1. de 25ste December, waarop de Christenen de gedachtenis vieren van Christus’ geboorte ; 2. een der dagen van het Kerstfeest: eerste, tweede Kerstdag; in sommige streken viert men ook een derde Kerstdag.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip kerstdag heeft 2 verschillende betekenissen: 1) Kerstmis. de dag van 25 december, waarop in de kerkelijke kalender de geboorte van Christus wordt gevierd; Kerstmis. 2) dag uit de kerstperiode. elk van beide dagen van het kerstfeest, de dag van 25 of 26 december, of ruimer ook: dag uit de periode rond Kerstmis.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
kerstdag - Zelfstandignaamwoord 1. 25 december, de dag waarop de christenen Christus' geboorte feestelijk herdenken. ♢ Wij vinden kerstdag een belangrijke herdenkingsdag. 2. één van de kerstfeestdagen. ♢ Het is vandaag tweede kerstdag! Woordher...
Muiswerk Educatief (2017)
kerstdag - zelfstandig naamwoord uitspraak: kerst-dag 1. een van de dagen waarop Kerstmis gevierd wordt ♢ we blijven dit jaar met de kerstdagen lekker thuis 1. prettige kerstdagen! [wens voor Kerst...
M. J. Koenen's (1937)
m. -dagen (feestdag van Kerstmis, nl. op 25 Dec.: een der eerstvolgende dagen): de eerste kerstdag, de tweede kerstdag; de Kerstdagen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: