Wat is de betekenis van Kernspreuk?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kernspreuk

v. (-en), krachtig en kort gezegde.

2025-07-16
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

kernspreuk

pittige spreuk.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kernspreuk

v. -en (krachtig en kort gezegde): de meeste deviezen zijn kernspreuken.

2025-07-16
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Kernspreuk

Ander woord voor → apophthegma.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kernspreuk

v. (-en) kernachtige spreuk : „eigen haard, goud waard” is een -.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kernspreuk

v./m. (-en), krachtig en kort gezegde.

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kernspreuk

KERNSPREUK, v. (-en), krachtig en kort gezegde, devies.

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten