Wat is de betekenis van Kermisvolk?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kermisvolk

o., 1. kunstenmakers, acrobaten enz., die de kermissen afreizen ; 2. kermisbezoekers.

2025-07-16
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kermisvolk

s.n., merkefolk (it).

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kermisvolk

o. (het volk, de mensen, die een kermis bezoeken, inz. spullebazen, kunstenmakers enz.).

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kermisvolk

o. volk, mensen die met de kermis komen nl. 1. kramers die de kermissen afreizen. 2. kermisbezoekers. 3. gasten die men met de kermis krijgt.

Gerelateerde zoekopdrachten