Wat is de betekenis van Kauwspier?

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kauwspier

v. (-en), alg. naam voor de spieren die tot kauwen dienen en inz. voor de musculus masseter.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

kauwspier

(’kouw) v. (-en) spier die het kauwen bewerkt.

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

kauwspier

v./m. (-en), algemene naam voor de spieren die tot kauwen dienen en m.n. voor de musculus masseter.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Kauwspier

v. (-en), tandspier; ...TAND, m. (-en), maaltand.